In de Sahara

21313 november
Vanavond zijn we in Nouadhibou aangekomen.
Dit is een vreselijk stinkende stad, we staan op camping Abba, maar willen hier ASAP weer weg.
Vanavond komt Arthur, en dan willen we overleggen of we een dag eerder de Sahara in kunnen. Dan verschuiven we de rustdag naar de Zebrabar in Senegal, of anders in de Sahara.

Uiteindelijk hebben we overlegd dat we als we willen we vijf dagen over de trip naar Nouakchott kunnen doen in plaats van vier. Een dag eerder de grens over is onbespreekbaar, omdat we echt met z’n allen de grens over moeten om in konvooi Senegal door te rijden.

Zo gezegd zo gedaan.


14 november de eerste dag in de Sahara

Vandaag gaan we met onze gids Bennie, alias Piet, de echte Sahara in.
Eerst moeten we nog wat inkopen doen, en dan gauw de stad uit.
Bennie dirigeert ons naar een sjofel winkeltje, waar we alleen flessenwater durven te kopen. Het brood was zwart van de vliegen! Dan maar vijf dagen op Keks en wasa-crackers leven in plaats van stokbrood en croissantjes……

De stad uit gaat vlot, en na een tankstop net buiten de stad zijn we ook onze laatste ougia’s kwijt. Maar wel wat brood gekocht, ziet eruit als vierkante bolletjes (huh) en smaakt zoet, geen beleg nodig, dit brood eten we zo wel op!

229
Na een kilometer of tien over de nieuwe asfaltweg naar het oosten slaan we rechtsaf de piste op. Het gaat nu echt beginnen! De banden moeten afgelaten worden tot 0,9 bar. Met onze stugge bestelwagenbanden gaan we maar naar 0,7.

Het is een afwisselend traject over rotsige bodem, mul zand en zandduintjes begroeid met kamelengras. De Passat doet het prima, alleen de Peug en de Golf zijn te laag. Vanaf nu noemen we ze de “Lowriders”. Ongeveer een 40 minuten voor zonsondergang komen we aan bij een immens zandduin. Aan de noordkant staan de Volvo’s. Bennie loodst ons naar de westkant van het duin, en parkeert ons daar. “Hier gaan we overnachten”.

Het is echt stikkedonker in de Sahara, en de hemel is onbeschrijfelijk mooi. De melkweg bestaat echt! Hier kun je hem zien. Miljoenen sterren glinsteren je tegemoet.

Als het een uurtje donker is, horen we in de verte nog een groep aankomen. Zij parkeren aan de zuidkant van het duin, en als ze hun motoren uitzetten, zijn we weer alleen in de leegte.

245 265
Marnix en ik gaan met een zaklamp op verkenning, en we vinden een spoor van zwerfvuil. Er zit weinig “ongedierte” in de Sahara, maar als we een verrot blik wegtrekken, komen we een (in kunstlicht) spierwitte spin van aanzienlijke omvang tegen.
De volgende ochtend zien we de sporen van grote zwarte kevers op het duin, en later zullen we nog een spoor zien dat op dat van een hond of vos lijkt.

15 november, de tweede dag in de sahara
Redelijk bijtijds zijn we opgestaan en hebben ons kampementje opgebroken. Alle afval is gisteravond netjes verbrand…. Laat dat maar aan de Moaties over!

247
De rit is uitdagend, met hele vlakke stukken die op een zoutvlakte lijken, en hele mulle passages. De passat rijdt met gemak tegen de 80 km/ uur over de vlaktes. We laten ons afzakken en halen de groepsgenoten in om foto’s en video-opnames te maken. Het gaat geweldig!
Bennie heeft ons beloofd dat we aan zee ons kamp zullen hebben. En inderdaad, om een uur of drie komen we aan bij Cape Tafarit, een idyllisch plekje aan de Atlantische oceaan. We mogen in een Bedoeïen tent overnachten. Hoewel we net zo lief in de auto slapen, doen we toch gezellig mee, en ‘s nachts slapen we met z’n zessen in de tent.
Wij hebben redelijk geslapen, maar Peter en Janny lagen net bij het stuk zijkant dat halverwege de nacht losliet… en toen werd het best koud.

277
16 november, de derde dag in de Sahara
We dachten met Bennie afgesproken te hebben dat we nu een rustdag zouden hebben. We zijn immers een dag te vroeg uit Dakhla vertrokken.
We moeten toch gaan rijden, en dat doen we dan maar. Niet al te vroeg, een uur of 11:00, gaan we op weg.

Al snel zitten we in een zeer moeilijk traject. De banden worden afgelaten naar 0,6 bar. Wij gaan naar 0,4 bar. De auto rijdt wat zoekerig, dweilend en de achterbanden vervormen zoveel, dat ze aanlopen tegen de wielkastranden. De grip is echter wel voldoende.

Als eerste staat het eendje vast. Wij stuiven er langs, gang houden is het devies.
Even verder op staan de Golf en de Peug. Nu rijdt alleen de Caddy nog voor ons.
Totdat honderd meter verderop ook zij vast staan.

Wij rollen nog steeds, en willen, danwel durven niet te stoppen. We weten niet hoe ver het nog is naar het einde van deze lastige passage.
Uiteindelijk parkeert Anja de Passat boven op een kamelenduin van anderhalve meter hoog. Met de neus naar beneden zouden we weg moeten kunnen komen.
Zo, nu kunnen we eerst eens gaan wandelen naar onze groepsgenoten; rijplaten mee, bats mee.

295
Na een uurtje graven en duwen is iedereen weer los, en door het mulle stuk. Anja en ik hebben een uur achter de bus van Toubabs staan duwen, en ook die kwam er uiteindelijk door.
Toen moest de passat nog aan het rollen gebracht worden. Dat bleek reuze mee te vallen.
Even later ging de motorkap open, en kon de compressor aan het werk. De banden mochten weer wat harder.

De rest van de tocht zou makkelijker zijn, maar dat viel tegen. Er zat nog 1 lastig passage in, een klim tegen een aantal duinen op. Hier rijdt de golf een band kapot, vermoedelijk omdat de bandenspanning veel te laag was. Of omdat het een 15 jaar oud bandje was?

Hier rij ik de Passat tegen de bult op, maar ik kom snelheid danwel vermogen te kort om boven te kunnen komen. Ik rij de auto achteruit, en zodra ik wat snelheid heb stuur ik z’n kont tegen de helling op. Nu kan ik weer vooruit, diagonaal op de sporen naar beneden toe gang maken, om verderop alsnog naar boven te kunnen sturen.
Zodra ik niet meer naar beneden rij, lijkt de passat vast te lopen. De enige remedie is om tractie te zoeken op het kamelengras. Het hobbelt vreselijk, maar dat is de enige methode om de snelheid op te kunnen voeren tot zo’n 60 in z’n twee en zo langzaam over de flank van de duinenrij naar boven te rijden. Uiteindelijk lukt het, ik sta alleen wel een kilometer verder op, en daar is Anja niet blij mee. Zij stond nog bij het Golfje… En toegegeven, het is niet fijn wandelen rond het middaguur.

327Hierna is het alleen nog even spannend als we het strand op draaien om een traject langs de kust te rijden. Alleen de vloedlijn is stevig genoeg om met een auto over te rijden, maar voordat je daar bent….
Bennie stopt eerst om de boel te verkennen. Hierdoor is onze snelheid te laag, en komen we allemaal even vast te staan. De zee is hoog, en het strand is eigenlijk te smal. Het gevolg is dat de auto’s in de branding staan. We moeten hier weg!
Na enige hulp van toegesnelde vissers, rijdt ook de Peug weer, en kunnen we verder. Deze vissers zijn trouwens de eersten die blij zijn met de aangeboden sigaren!
Het strand is niet vlak, maar bestaat uit korte drempels, zo’n 50 cm hoog, en vrij scherp. Deze liggen haaks op de rijrichting, en worden door de golfslag veroorzaakt.
De klappen zijn soms angstig groot, en al snel meldt de Caddy dat ze de achterschokdempers kapot gereden hebben. Ongelofelijk, maar in een paar klappen was werkelijk alle demping er uit. Dan hou je leuke bladveren over…

Na een drie kwartier om de golven sturen, moeten we het strand op.
Het strand ligt ongeveer 30 cm hoger, en bestaat uit mul strandzand.
We hebben de vloedlijn om gang te maken, en dan haaks linksaf te slaan.
Je raad het al; na een harde klap en 5 meter staat iedere auto vast.
Laat maar staan, we staan veilig, en morgen zien we wel weer.

Sahara-strand
We slapen vannacht op de smalle strook tussen de wilde zee en de verzengende Sahara. De duinen reiken letterlijk tot aan de zee.


17 november, de vierde sahara dag

De volgende dag denken we dan alsnog de beloofde rustdag te hebben.
Na veel gezeur, en discussies in de groep en met Bennie, komt de aap uit de mouw.

362

Bennie moet overmorgen gaan stemmen, en wil morgen tegen de middag in Nouackchott zijn. Daarvoor is het nodig, dat we niet afhankelijk zijn van het getijde, en op een plek staan vanwaar we het binnenland in kunnen.
Daarvoor is het nodig, om vandaag een kilometer of 15, of 50, dat verschil weet Bennie niet, te rijden.
Na veel beraad besluiten we om toch aan Bennie’s wensen tegemoet te komen, en te gaan rijden. Achteraf maar goed ook, want het wordt nog spannend ook.